Au!

‘Een kwart van de Nederlanders vindt dat vrouwen beter voor kinderen kunnen zorgen dan mannen, slechts vier procent vindt dat mannen dat beter kunnen dan vrouwen—ook onder hoogopgeleiden,’ schrijft NRC Handelsblad (‘De Nederlandse vader bungelt vér onderaan’, 5 september 2014). De krant citeert familiesocioloog Renske Keizer (31), pas aangesteld als de eerste Nederlandse hoogleraar Vaderschap aan de Universiteit van Amsterdam. Nederland bungelt helemaal onderaan in Europa, maakt Keizer duidelijk. ‘Voor elk uur dat een Nederlandse moeder met haar kinderen doorbrengt, staan 27,6 minuten van de vader.’

Au! Niet alleen wijk ik af van de norm—mijn vrouw is full time huisarts in Schiedam, ik zorg voor onze drie kinderen—een kwart van ons land denkt dat ik hen—die kinderen dus—daarmee tekort doe.

Dat laatste is nieuw. Via foto’s in haar spreekkamer zagen de patiënten van mijn vrouw onze kinderen opgroeien. Toen ze nog klein waren werd haar tijdens de consulten regelmatig gevraagd of zij het niet erg vond dat ze zo weinig bij de kinderen kon zijn. De tegenvraag—’Vraagt u dat ook aan een man?’—slikte mijn vrouw meestal maar in.

Mijn studievrienden klonken eerst afgunstig. ‘Zo’n leventje’ leek hun wel wat—tót ze later zelf kinderen kregen. Een Rotterdamse caissière bij de Albert Heijn was zo attent erop te wijzen dat ik bij het verlaten van de winkel de wandelwagen met daarin mijn zoon (0) niet moest vergeten. De wedervraag ‘Zou u dat ook tegen een vrouw zeggen?’ hield ik voor me.

Maar, niemand merkte ooit op dat de kinderen van onze rolverdeling de dupe zouden worden. Althans, niet in ons bijzijn.

Omdat wij hierover in zalige onwetendheid verkeerden kostte het mijn vrouw geen moeite de dagelijkse zorg en opvoeding van de kinderen aan mij over te laten. Het moederinstinct is een mythe, denken we alle twee. Iedereen heeft een latent ouderinstinct. Wie voldoende tijd met kinderen doorbrengt ontwikkelt het vanzelf. Om tot wasdom te komen moet het wel de ruimte krijgen, natuurlijk.

Wij werden voor het eerst vader en moeder, dus wie zou de wijsheid in pacht hebben? Dat onze ouders aanvankelijk geneigd waren met vragen over de kinderen bij mijn vrouw aan te kloppen vonden we maar vreemd. ‘Daarvoor moet je niet bij mij zijn, ik heb geen idee’, kregen ze dan te horen. En opa deed wat hij met zijn eigen kinderen nooit heeft gedaan: hij ging helemaal alleen met de wandelwagen op pad, een flesje en verschoningen in de tas.

Inmiddels zijn we via Rotterdam en Schiedam in Maasland beland, aan de rand van het Westland. Het rollenpatroon is hier, laat ik zeggen, wat traditioneler. Het is alweer even geleden, maar aan de rand van het schoolplein en op zwemles zag ik weinig vaders, hooguit een verdwaalde opa. En zág ik twee mannen, dan praatten ze over hun werk, zonder acht te slaan op de kinderen of hun moeders.

Niet veel vrouwen hier zijn kostwinner. Mannen die voor kinderen zorgen zijn vreemd, en zelfs een beetje verdacht. Het wordt door andere mannen niet als arbeid gezien—met werk verdien je immers geld—maar als vrijetijdsbesteding. Zeg maar: als een héél lange papadag.

Mijn kinderen is dat niet ontgaan. Toen ik aan tafel vertelde dat een kwart van de Nederlanders vindt dat vrouwen beter voor kinderen kunnen zorgen dan mannen schamperde mijn dochter: ‘en die wonen allemaal in het Westland.’ Dat dit niet waar is weet ze heus wel, maar zij maakte me met die opmerking wel van iets belangrijks bewust.

De redactie van NRC Handelsblad schrijft in een commentaar: ‘Het zou niets bijzonders moeten zijn dat een vader met zijn kinderen verkeert op dagelijkse basis. Maar dat is het wel’ (‘Vaderschap is meer dan papadag’, 8 september 2014). De Nederlandse vader bungelt inderdaad vér onderaan. Misschien zitten mannen bij het ontwikkelen van hun vaderschap elkaar daarom nog het meest in de weg.

Rob Hogendoorn
2
  1. Kaat Hogendoorn

    ‘Wakker worden!’ Steeds vaker begin ik te merken dat vrouwen nog lang niet zijn waar ze zouden moeten zijn. Of het nu aan de mannen ligt, of aan ons, vrouwen zelf, dat weet ik niet. Je merkt het overal, vrouwen verdienen in de meeste gevallen nog steeds minder dan een man, terwijl vrouwen precies hetzelfde werk uitvoeren. Ik merk het hier in het Westland, waar ik woon. Hier wordt door veel mannen nog gedacht dat het de normaalste zaak van de wereld is dat de vrouw thuis het huishouden doet, de gehele opvoeding van de kinderen op zich neemt, en dat de man het geld verdient.

    Bij mij thuis is dat wel anders, mijn vader heeft sinds onze geboorte voor mij, mijn broertje en broer gezorgd. Mijn moeder was ondertussen bezig met werken aan haar carrière, en nam een wat kleinere verantwoordelijkheid voor onze opvoeding op zich. ‘Oh, wat zielig’ denken nu heel veel mensen. In een artikel in NRC Handelsblad (‘Vaderschap meer dan Papadag’) wordt geschreven dat een kwart van de Nederlanders vindt dat vrouwen beter voor kinderen kunnen zorgen dan mannen, slechts vier procent vindt dat mannen dat beter kunnen dan vrouwen.

    Zoals mijn vader in zijn artikel schreef, is bij de geboorte van het eerste kind, zowel voor vader als voor moeder alles nieuw. Dus waarom zou een vrouw over een beter ouderinstinct beschikken als een man? Voor beide is het nieuw. Ik weet als geen ander dat ik in mijn gehele jeugd niets tekort ben gekomen, terwijl ik toch echt ben opgevoed door mijn vader. Misschien ben ik hierdoor nog wel veel zelfstandiger geworden, omdat mijn vader een hogere waarde aan zelfstandigheid stelde dan dat mijn moeder misschien had gedaan. Ik ben een levend bewijs dat vaderschap net zulk goed resultaat oplevert als moederschap, al zeg ik het zelf.

    Aan zulke standaard opvattingen merk je in de gehele maatschappij dat het nog steeds niet normaal is, dat man en vrouw dezelfde taken op zich nemen. Terwijl na alle emancipatie bewegingen, verschillende opstanden en eindeloze debatten inmiddels toch echt duidelijk zou moeten zijn dat man en vrouw gelijk aan elkaar zijn.

    Ook op mijn voetbalvereniging merkte ik een groot verschil tussen de behandeling van meisjes en jongens. Waar jongens al vanaf hun zesde jaar hard werden aangepakt, werd meidenvoetbal als iets voor kleinzerige types gezien. Alsof meisjes niet hard zouden willen trainen of echt iets zouden willen bereiken in het voetbal. In mijn team werd door verschillende moeders beaamd dat het toch om de gezelligheid gaat, een vriendinnenteam was beter. Terwijl je bij de jongens dan uitgelachen wordt. Waarom wordt bij meisjes niet net zoals bij jongens geselecteerd op kwaliteit, in plaats van op gezelligheid?

    Deze situaties en opmerkingen zoals ‘ik zoek wel gewoon een rijke man’ wekken bij mij grote irritatie op. Ik doe het VWO en wil hierna gaan studeren. Ik kan heel goed zelf voor mijn eigen geld zorgen, daar heb ik geen rijke man voor nodig. Elke vrouw kan dat. Alleen door het klimaat dat in onze hele maatschappij nog aanwezig is, worden vrouwen hierin tegen gehouden. Door mannen, maar ook door vrouwen onderling, die elkaar wijsmaken dat ze dan hun kinderen in de steek laten, of toch net zo goed lekker thuis kunnen blijven.

    Goed hoor meiden, leg je hersenen opzij en ga lekker schoonmaken! Wordt allemaal toch wakker! Motiveer elkaar, motiveer je vrouw, motiveer je dochter. En geef vooral niet op wat je wilt bereiken. Zijn er mannen op je pad die jou het idee geven dat je je in een wereldje verkeert dat door mannen wordt gedomineerd, laat ze dat lekker denken en bewijs ze het tegendeel. Vroeg of laat zullen ze er achter komen dat ze een plank mis hebben geslagen.

  2. Nel van der Pas

    Ik wil reageren op je mooie betoog over dit onderwerp.

    Ik ben het er helemaal mee eens dat vaders net zo goed, zij het niet beter, hun kinderen kunnen opvoeden. Mét communicatie met de moeder, al is het weinig, gaat dat prima.

    Wat goed van je Kaat, ik ben trots op je!

Reageren niet meer mogelijk.