‘Business as usual’

Dat de commercie het boeddhisme heeft ontdekt—zen is hot—betekent volgens Rients Ritskes (Dagblad Trouw, 7 juli 2010) dat boeddhisme een steeds belangrijker onderdeel van ons denken vormt. Doordat in de huidige maatschappij goede dingen geld kosten, meent Ritskes verder, lopen de kerken leeg: ‘Omdat mensen denken: iets dat gratis is, kan niet goed zijn’ (Volzin, augustus 2014).

Dit werpt de volgende vraag op: waarom worden Nederlanders eigenlijk boeddhist? Worden zij net als andere gelovigen bewogen door angst voor de dood en hoop op een beter leven? Of moet hun belangstelling voor boeddhisme eerder uit maatschappelijke trends als secularisering en individualisering worden verklaard? Met de ontkerkelijking is de behoefte aan zingeving kennelijk niet opgehouden te bestaan. Zijn boeddhisten dan mischien gemankeerde christenen die hun heil elders zoeken?

Natuurlijk biedt het boeddhisme, net als andere religies, boeddhisten alle ruimte hun eigenlijke problemen uit de weg te gaan. Begrippen als ‘spiritueel materialisme’, ‘spiritueel narcisme’ en ‘spirituele bypass‘ ontstaan niet zomaar. Voor anderen is boeddhisme niet meer dan een lifestyle. Het is weer eens iets anders dan ’s zondags naar de kerk, en je kunt er tijdens verjaardagen en bedrijfsuitjes prima mee voor de dag komen. Er valt voor boeddhisten een hoop te weten en te beleven, en je houdt er leuke sociale contacten aan over.

Dankzij Hollywood en de reclame kleeft aan boeddhisten—Tibetaanse monniken inbegrepen!—zelfs een zeker sex-appeal. Let maar eens op: de eerste Buddha-dudes en Buddha-babes zijn al gesignaleerd. En ja, boeddhistische meditatie en mindfulness zijn, met dank aan Happinez, Mind Magazine en de Libelle, ook gewoon een hype.

Nu bekeerlingen als Ritskes en anderen het boeddhisme tot business verklaren, zien steeds meer mensen er ook een (nieuwe) kans in op een carrière, een inkomen, aanzien en gezag. Er bestaat in Nederland zelfs een kleine maar nadrukkelijk aanwezige kaste van beroepsboeddhisten: bekeerlingen met een eenmanszaak die als coach, consultant of spreker geld verdienen met boeddhisme—zonder daarvoor ook maar aan iemand verantwoording verschuldigd te zijn.

‘Boeddha heeft nooit gezegd dat winst een vies woord is’ stelde de website Boeddhisness.nl—bestaat het nog?—bezoekers jarenlang gerust. Boeddha heeft natuurlijk ook nooit gezegd dat sigaretten roken kankerverwekkend is, dus wat moeten we hieruit nu precies opmaken?

Overigens, de kost gaat wel voor de baat uit. Ritskes’ lessen—goed of niet—zijn namelijk duur. De kosten van de Zen.nl-opleiding tot zencoach, zenleraar of zenmeester hangen af van de intensiteit van de begeleiding, maar kunnen bij elkaar tienduizenden euro’s bedragen. Dat is echt een héél ander verdienmodel dan de traditionele bedelnap van de monnik! Nog even en de boeddhistische geestelijkheid bestaat geheel uit zzp-ers!

Of in Nederland voldoende werkgelegenheid bestaat voor de tientallen zencoaches, -leraren en -meesters die Ritskes opleidt mag worden betwijfeld. Maar, hoe de leraren in spe hun cursusgeld precies moeten terugverdienen is niet zijn probleem. Natuurlijk niet. Dát is nu ondernemersrisico: competition is a bitch!

Er zijn behalve religieuze en existentiële motieven dus ook andere, meer prozaïsche redenen om je met boeddhisme bezig te houden.

Opvallend genoeg blijft de dalai lama Westerlingen nu juist afraden zich tot het boeddhisme te bekeren. Beseft hij inmiddels dat boeddhisme in een consumptiemaatschappij bij gebrek aan historische, religieuze en culturele inbedding al te gemakkelijk ten prooi valt aan het dictaat van de markt?

Zoʼn gekke gedachte is dat niet: zelfs Tibetaanse leraren prijzen tegenwoordig mindfulness aan. Niet omdat ze daarmee werkelijk iets op hebben, maar omdat het gegarandeerd belangstelling wekt. Wat betekent dat voor de toekomst van hun eigen tradities?

De geest is uit de fles, en voor beroepsboeddhisten vormt de verdere commercialisering van het boeddhisme inmiddels een doel op zich. Er komen steeds meer boeddhistische schoorstenen bij, en die moeten allemaal roken.

Boeddhisten hebben eerder de commercie ontdekt dan andersom, en zij creëren daarmee hun eigen, door subjectieve belangen gekleurde vorm van boeddhisme. Dat gaat echter niet gepaard met een diepgaande, kritische bezinning op de gevolgen van hun bedrijfsactiviteiten voor de boeddhistische traditie als geheel.

Aan zulk streven naar geluk kan ík niets verlichts ontdekken. Het is meer business as usual.

Rob Hogendoorn