Geshe Tenzin Gyatso

Behalve de veertiende dalai lama is Tenzin Gyatso (1935) ook een traditionele Tibetaanse geshe. Dat wil zeggen: hij sloot het traditionele kloostercurriculum van de Tibetaanse gelug-orde af met het behalen van het zogeheten geshe-examen. Dit werd hem in 1959 afgenomen in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa, in de vorm van een publiek scholastiek debat met de hoogste gelug-geleerden van zijn tijd. De dalai lama slaagde, en mag zich sindsdien ‘geshe lharampa‘ noemen—ruwweg het Tibetaanse, niet-wetenschappelijke equivalent van een summa cum laude doctoraat in de theologie of filosofie.

Wie dit weet, kan zien hoe in sommige discussies in de dalai lama plotseling de Geshe Tenzin Gyatso opstaat die het pleit beslecht. Zoals iedere behendige debater of advocaat kent de dalai lama de macht van het discours. Hij beseft dat degene die uitmaakt in welke termen een discussie wordt gevoerd, bepaalt wat daarvan de uitkomst kan zijn. In feite gaat de meest interessante, informatieve fase daarom aan het eigenlijke debat vooraf. Het is opletten geblazen—juist dan. Oók voor de dalai lama.

Iets hiervan zien we terug in de dalai lama’s reactie tegenover de Noorse pers op de demonstraties tijdens zijn bezoek aan Oslo (7 mei 2014). Net als in de Verenigde Staten wordt de dalai lama tijdens zijn Europese tournee hinderlijk gevolgd door professioneel geleide demonstranten. Zij hielden hem in Noorwegen op straat plakkaten voor als: ‘False Dalai Lama, Stop Lying!’, ‘Give Religious Freedom’ en ‘Hypocrisy!’ Met die teksten komen zij op voor hun godheid Dorje Shugden. De dalai lama beschouwt hem als een onverdraagzame, boze geest die hij Dolgyal noemt—naar het bergmeer Döl in Tibet waar de geest zich enige tijd ophield.

Tijdens een persconferentie later die dag werd de dalai lama om een reactie op de demonstraties in Oslo gevraagd. Hij benadrukte meteen dat het beter en veiliger is vast te houden aan de religie waarmee je bent opgegroeid. Niettemin: iedereen die dat zinvol vindt is vrij het boeddhisme te volgen. Net als de Boeddha riep de dalai lama belangstellenden op zijn beweringen wel grondig te toetsen, en niet zo maar iets aan te nemen.

Over Shugden zei hij: ‘In mijn onwetendheid heb ik deze geest van 1951 tot begin jaren zeventig zelf aanbeden. Ik merkte dat met hem iets mis was, en ontdekte dat de vijfde en dertiende dalai lama zich tegen hem hebben gekeerd. Daarop staakte ik deze beoefening. Uiteindelijk raakte het publiek hiervan op de hoogte en nu vind ik het mijn plicht mensen te informeren.’

De dalai lama weerspreekt dat hij volgelingen van Shugden in de ban doet: ‘Tussen een leraar en zijn volgelingen bestaat een spirituele band, en ik vraag degenen die deze geest aanbidden alleen mijn onderricht niet bij te wonen. Zíj noemen dit een ban en roepen “Stop met liegen”.’ De dalai lama vroeg journalisten zelf na te gaan wie er liegt, en sloot af: ‘Ik probeer niet-sektarisch te zijn. Deze beoefening wordt al jaren in verband gebracht met sektarisme. Ik heb medelijden met de demonstranten vanwege hun onwetendheid over deze kwestie.’

Met die laatste zin is de dalai lama terug bij het begin. En zo, stilzwijgend, met het raffinement van de ware scholasticus, brengt Geshe Tenzin Gyatso het volgende argument in stelling: het is beter en veiliger geen religie aan te nemen die je niet kent. Die je niet hebt onderzocht. Die je niet hebt getoetst. Even subtiel voert hij zijn tegenstanders—Shugden-demonstranten—op als bewijs van die stelling.

Het is waar, de dalai lama waarschuwt zijn publiek meestal vooraf dat het beter is niet van religie of levensbeschouwing te veranderen. Het punt is dit: honderden, soms duizenden personen in dat publiek knikken beamend, maar geloven tegelijk zélf de uitzondering op de regel te zijn. De ironie daarvan kan de dalai lama niet ontgaan: een belangrijk deel van zijn aanhang kiest lichtzinnig, op basis van heel oppervlakkige indrukken voor het Tibetaans boeddhisme. Omtrent Shugden of Dolgyal zijn ze dan ook even onwetend als de demonstranten die hij beklaagt. Met andere woorden: hun steun voor zijn standpunt is even ongefundeerd.

Tijdens het bezoek van de dalai lama aan Nederland (10-12 mei 2014) vinden in Rotterdam en Den Haag ook Shugden-demonstraties plaats. In dat geval raad ik journalisten aan niet alleen na te gaan wie onwetend is, of wie liegt: ga eerst na wie zich in deze kwestie van welke retoriek bedient, hoe en waarom. Geshe Tenzin Gyatso verdient tijdens persconferenties namelijk een waardige opponent.